bezochte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zoch·te
Woordherkomst en -opbouw
- bezocht met de meegang -e
Werkwoord
vervoeging van: | bezoeken… |
bezochte
Bijvoeglijk naamwoord
bezochte
- verbogen vorm van de stellende trap van bezocht
- ▸ De site van Perry was het laatst bezochte adres.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bezochte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.