beziggehouden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zig·ge·hou·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bezighouden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van bezig bw en gehouden ww
Werkwoord
vervoeging van: | bezighouden… |
verbogen vorm: | beziggehoudene |
beziggehouden
- voltooid deelwoord van bezighouden
- ▸ De rest van de ochtend en bijna de hele middag had ze zich met dit soort doemscenario's beziggehouden.[1]
Verwijzingen
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2