Naar inhoud springen

bezig

Uit WikiWoordenboek
  • be·zig
  • In de betekenis van ‘werkzaam’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bezigbezigerbezigst
verbogen bezigebezigerebezigste
partitief bezigsbezigers-

bezig

  1. aan het werken
    • Bezig met de afwas. 
    • Ik ben bezig, ik heb het druk, ik ben bezet. 
     Ik probeerde me voor te stellen waar ze nu mee bezig zouden zijn: met hun neus in de boeken of chattend met hun vrienden.[3]
     Honderden aanvragen: Frankrijk is al langer bezig met het aantrekken van Amerikaanse onderzoekers. Begin dit jaar al vroeg de regering universiteiten met plannen te komen om hun Amerikaanse collega's onderdak te bieden. Verschillende instellingen, waaronder de beroemde Sorbonne universiteit in Parijs, zijn daar nu mee bezig.[4]
  2. altijd aan het werken, vlijtig
    • Hij is een bezig persoon. 
  • [1] bezig zijn
  • [1] weten waar men mee bezig is
  • [2] de bezige bij
vervoeging van
bezigen

bezig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezigen
    • Ik bezig. 
  2. gebiedende wijs van bezigen
    • Bezig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezigen
    • Bezig je? 
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]
  1. "bezig" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. bezig op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 6 mei 2025 Weblink bron
    Frank Renout
    “Europa: 600 miljoen euro om Amerikaanse wetenschappers aan te trekken” (5 mei 2025), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be