bezichtigt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezichtigt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zich·tigt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezichtigen |
bezichtigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezichtigen
- Jij bezichtigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezichtigen
- Hij bezichtigt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezichtigen
- Bezichtigt!