bezemklas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zem·klas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bezem zn en klas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezemklas | bezemklassen |
verkleinwoord | bezemklasje | bezemklasjes |
Zelfstandig naamwoord
de bezemklas v
- een klas met leerlingen die de laatste kans krijgen om een opgeheven opleiding af te maken
- ▸ De invoering van de versnelde programma's verloopt niet altijd vlekkeloos. Zo worden bij de Hogeschool West Brabant mts-studenten het slachtoffer van overhaaste invoering van een verkort programma. Uiteindelijk moeten ze in een soort bezemklas worden bijgespijkerd, waardoor de tijdwinst weer teniet wordt gedaan.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bezemklas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezemklas" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Elektrotechniek verliest studenten” (5 oktober 1996), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be