bezemklas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zem·klas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezemklas bezemklassen
verkleinwoord bezemklasje bezemklasjes

Zelfstandig naamwoord

de bezemklasv

  1. een klas met leerlingen die de laatste kans krijgen om een opgeheven opleiding af te maken
     De invoering van de versnelde programma's verloopt niet altijd vlekkeloos. Zo worden bij de Hogeschool West Brabant mts-studenten het slachtoffer van overhaaste invoering van een verkort programma. Uiteindelijk moeten ze in een soort bezemklas worden bijgespijkerd, waardoor de tijdwinst weer teniet wordt gedaan.[1]

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Elektrotechniek verliest studenten” (5 oktober 1996), de Volkskrant
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be