bezanden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zan·den
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
bezanden [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bezanden |
bezandde |
bezand |
zwak -d | volledig |
- overdekken met zand of aarde
- ▸ Op die begraafplaats wordt momenteel gewerkt aan de bouw van een nieuw kantoor. Het zand dat daar tijdens graafwerkzaamheden naar boven is gekomen, is door stadsdeel Oost gebruikt om het Flevopark en Park Frankendael te 'bezanden'. Dat moet jaarlijks gebeuren om het grondwater op peil te houden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord bezanden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezanden" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Menselijke resten in Flevopark en Frankendael” (15 maart 2011), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 56 %
- Prevalentie Vlaanderen 56 %