bezakken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zak·ken
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
bezakken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bezakken |
bezakte |
bezakt |
zwak -t | volledig |
- tot een bepaalde diepte laten dalen
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
- bepakt en bezakt
met heel veel bagage
- ▸ Shoppen met het ov is niet echt een optie, want wie wil er nu bepakt en bezakt naar de ’Park & ride’? Het publiek heeft hier geen trek meer in en daarom wordt er veel online gekocht.[2]
- ▸ Mijn vriend had me voor gek verklaard toen ik bezakt en bepakt met boodschappen thuiskwam: ’Schat, waarom sloof je je zo uit? Je kunt ook volstaan met een blik knakworst en een paar plakjes bladerdeeg. Maak je van die lekkere kinderhotdogs. Vinden ze heerlijk. En je bespaart jezelf heel wat tijd (en geld)!’[3]
Gangbaarheid
- Het woord bezakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezakken" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “’Winkelstraat steeds slechter bereikbaar’” (02 dec. 2019), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron DAPHNE VAN ROSSUM“Kerstdiner op school blijft een dingetje” (16 dec. 2019), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 52 %
- Prevalentie Vlaanderen 43 %