bewustzijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·wust·zijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bewustzijn -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het bewustzijno

  1. (psychologie) een toestand waarin men gewaarwordingen uit zijn omgeving ondergaat en besef heeft van het eigen ik, wakker
    • Hij verloor het bewustzijn na het zien van het bloed. 
     Natuurlijk had ze er al eerder uitgebreid over willen spreken, maar haar bewustzijn gaf deze emotie gewoonweg geen toegang tot haar dagelijkse gedachtegang.[2]
  2. de situatie dat je kennis van iets hebt
    • Het politieke bewustzijn van radicale jongeren is groter dan van andere jongeren. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen