bewoordden
Uiterlijk
- Geluid: bewoordden (hulp, bestand)
- be·woord·den
vervoeging van |
---|
bewoorden |
bewoordden
- meervoud verleden tijd van bewoorden
- Wij bewoordden.
- Jullie bewoordden.
- Zij bewoordden.
- Wij bewoordden.
- Het woord bewoordden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.