bewoonster
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bewoonster (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·woon·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bewonen met het achtervoegsel -ster[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewoonster | bewoonsters |
verkleinwoord | bewoonstertje | bewoonstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de bewoonster v
- vrouw die bewoont
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord bewoonster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.