bewonersraad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·wo·ners·raad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewonersraad | bewonersraden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bewonersraad m
- groep bewoners die de bewoners van iets vertegenwoordigen
- ▸ In een uitzending van de NOS klaagden omwonenden vorig jaar over ademhalingsproblemen, hoofdpijn en duizeligheid. "De omwonenden vertrouwen het niet meer", zei Friedy Geeve van de bewonersraad van Ritthem.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bewonersraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Gezondheidsonderzoek Thermphos gestart” (Woensdag 8 juni 2011, 22:51), NOS