bewakingsbeambte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·wa·kings·be·amb·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewakingsbeambte | bewakingsbeambten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die is aangesteld om iets of iemand te beschermen
- ▸ Er viel een gewonde: een bewakingsbeambte werd in zijn been geschoten. Hij kon vanmorgen het ziekenhuis weer verlaten.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bewakingsbeambte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Schutters Texas handelden namens IS” (Maandag 4 mei 2015, 13:47), NOS