bewaken
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·wa·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bewaken |
bewaakte |
bewaakt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
bewaken
- overgankelijk toezicht houden op de veiligheid van iets of iemand
- De president wordt 24/7 bewaakt.
- ▸ `Onze gasten kunnen gerust slapen in de wetenschap dat hun vertrekken duchtig worden bewaakt; zei Montebello. `Om zich toegang te verschaffen tot de bovenverdiepingen dient men te passeren tussen de hybride verschijningsvorm van de angst en het verraderlijk spinnende poesje dat voor raadselen stelt, die respectievelijk staan voor het weinig realistische zelfbeeld van de man en het wezen van de vrouw, als u het mij toestaat u te amuseren met mijn dilettantisme op het gebied van de symboliek.[1]
- overgankelijk ervoor zorgen dat iemand niet ontsnapt
- De gevangenen worden constant bewaakt.
- overgankelijk iets in het oog houden
- Hij moest het budget van de bewaken bewaken.
- De zieke werd 24/7 bewaakt op de IC.
- (sport)zorgen dat een aanvaller niet kan scoren
- De gevaarlijke spits werd continu bewaakt via mandekking.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. toezicht houden op de veiligheid van iets of iemand
Gangbaarheid
- Het woord bewaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bewaken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %