bevruchting
Uiterlijk
- Geluid: bevruchting (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈvrʏxtɪŋ / (3 lettergrepen)
- be·vruch·ting
- Naamwoord van handeling van bevruchten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bevruchting | bevruchtingen |
verkleinwoord |
de bevruchting v
- (biologie) conceptie, fertilisatie, fecundatie, samensmelten van zaadcel en eicel.
- Bevruchting is bij geslachtelijke voortplanting het proces van de samensmelting van twee haploïde gameten, zoals een zaadcel en een eicel, dat leidt tot samensmelting van de mannelijke en de vrouwelijke kern (karyogamie) en tot de vorming van een diploïde zygote en eventueel uiteindelijk de ontwikkeling van een embryo.
1.
- Het woord bevruchting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bevruchting" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -ing in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %