bevordert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·vor·dert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bevorderen |
bevordert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevorderen
- Jij bevordert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevorderen
- Hij bevordert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bevorderen
- Bevordert!