bevoorrechtten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·voor·recht·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bevoorrechten |
bevoorrechtten
- meervoud verleden tijd van bevoorrechten
- Wij bevoorrechtten.
- Jullie bevoorrechtten.
- Zij bevoorrechtten.
- Wij bevoorrechtten.