bevoordeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·voor·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van Naamwoord van handeling bevoordelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bevoordeling | bevoordelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bevoordeling v
- de keer dat men iets of iemand voordelen geeft die men niet aan anderen geeft
- ▸ De minister heeft Halsema gevraagd om nader onderzoek te doen naar zelfverrijking en persoonlijke bevoordeling door bestuurders van Amarantis. Op basis van dat vervolgonderzoek zal ze besluiten of er aanleiding is om aangifte te doen.[2]
- ▸ Ondanks de bevoordeling leed Verenigd Rusland een flinke nederlaag. De partij krijgt naar verwachting 50 procent van de stemmen, zo'n 15 procent minder dan vier jaar geleden.[3]
- ▸ Zo schrijft DNB in haar Overzicht Financiële Stabiliteit Najaar 2011: Om de financiële positie van huishoudens te versterken, dienen beleidsmakers structurele maatregelen te nemen die de fiscale bevoordeling van hypotheekschuld geleidelijk doen afnemen. Een wenselijke stap is het bepalen van de fiscale aftrek op basis van een fictief aflossingsschema. Beleidsaanpassingen moeten voorspelbaar worden ingevoerd, met een overgangsregime voor bestaande contracten.[4]
Gangbaarheid
- Het woord bevoordeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Halsema onderzoekt Amarantis” (Maandag 3 december 2012, 11:33), NOS
- ↑ Weblink bron “Veel bewijs verkiezingsfraude Rusland” (Maandag 5 december 2011, 18:23), NOS
- ↑ Weblink bron “'Pak hypotheekrente-aftrek aan'” (Woensdag 2 november 2011, 23:18), NOS