bevoordeel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bevoordeel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·voor·deel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bevoordelen |
bevoordeel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevoordelen
- Ik bevoordeel.
- gebiedende wijs van bevoordelen
- Bevoordeel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevoordelen
- Bevoordeel je?