bevolkingsvraagstuk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vol·kings·vraag·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bevolkingsvraagstuk bevolkingsvraagstukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bevolkingsvraagstuk o [1]

  1. de problemen die ontstaan door een snel groeiende bevolking
     Om zijn zorgen onder de aandacht van het grote publiek te brengen financierde hij een documentaire die op prime time werd uitgezonden. Daarin sprak hij met politici en invloedrijke mensen. Hoewel ze openlijk niets met zijn opmerkingen deden, heeft hij het bevolkingsvraagstuk wel degelijk op de kaart gezet. Julia Gillard installeerde direct na haar aantreden een minister voor Duurzame Bevolkingsgroei.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2023 Weblink bron
    Robert Portier
    “Australië worstelt met bevolkingsgroei” (Zaterdag 21 augustus 2010, 09:51), NOS