bevlaggen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vlag·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

bevlaggen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bevlaggen
bevlagde
bevlagd
zwak -d volledig
  1. het zichtbaar ophangen van een vlag
    • “Het bevlaggen gebeurt altijd correct, op één of twee keer na door omstandigheden. Zo brandde er onlangs een school af in Mechelen en waren de ambtenaren daar ter plaatse nodig waardoor ze de vlag niet konden gaan hijsen.” [1] 
    • ‘We kunnen de nieuwkomers bijvoorbeeld doorverwijzen naar het Huis van het Nederlands en zo ook de taalcursussen promoten. Als er klachten zijn over anderstalige reclameborden kunnen we daartegen maatregelen nemen. De gemeentelijke gebouwen gaan we permanent bevlaggen met de Vlaamse leeuw en langs de invalswegen zullen ook borden komen met het opschrift Denderleeuw, een Vlaamse gemeente!’, zegt burgemeester Jan De Dier (N-VA) in Het Nieuwsblad. [2] 

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Standaard 28/05/2013 om 12:02 door jvh Somers zal niets veranderen aan bevlagging Sint-Romboutstoren
  2. De Standaard 27/06/2013 om 09:02 door mve Denderleeuw buigt zich over Vlaams Manifest
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be