beveiligingsmedewerker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vei·li·gings·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beveiligingsmedewerker beveiligingsmedewerkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beveiligingsmedewerkerm

  1. (beroep) persoon die een mens of een zaak beschermt tegen aanvallen
     Volgens Franken was het een logische reactie van de beveiligingsmedewerker om de gewapende man mee te nemen naar een andere ruimte, weg van de studio van het NOS Journaal van 20 uur. "Je test dit soort dingen natuurlijk wel in rollenspelen, maar op het moment dat het gebeurt en je ernaar handelt, heb je wel karakter", zei hij.[1]
     De vrouw werd ontdekt door een collega en een beveiligingsmedewerker van het ziekenhuis. Er werden drie brieven bij haar gevonden.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “'Van NOS-gebouw moet je geen Fort Knox maken'” (Vrijdag 30 januari 2015, 07:22), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Onderzoek naar station Kate-grap” (Donderdag 13 december 2012, 11:32), NOS