beurtschipper
Uiterlijk
- beurt·schip·per
- samenstelling van beurt en schipper [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beurtschipper | beurtschippers |
verkleinwoord | beurtschippertje | beurtschippertjes |
de beurtschipper m
- (scheepvaart) (beroep) schipper die een geregelde dienst tussen een aantal plaatsen onderhoudt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord beurtschipper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.