beursvloer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beursvloer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- beurs·vloer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beurs zn en vloer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beursvloer | beursvloeren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de beursvloer m
- (financieel) plaats waar men aandelen verhandelt
- plaats waar men (nieuwe) producten presenteert aan een publiek
- ▸ Terwijl op de beursvloer de motoren ronken tijdens de jaarlijkse Motorbeurs, vieren de hallen eromheen hun honderdste verjaardag. De Jaarbeurs in Utrecht is jarig.[1]
Gangbaarheid
- Het woord beursvloer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Van paus tot motormuis: de Jaarbeurs bestaat 100 jaar” (Zondag 26 februari 2017, 09:31), NOS