betrapte

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·trap·te

Werkwoord

vervoeging van
betrappen

betrapte

  1. enkelvoud verleden tijd van betrappen
    • Ik betrapte. 
    • Jij betrapte. 
    • Hij, zij, het betrapte. 
     Chantal betrapte zichzelf erop dat ze aan zijn lippen hing.[1]
  2. verbogen vorm van betrapt, voltooid deelwoord van betrappen

Verwijzingen

  1. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2