betrapt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·trapt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van betrappen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
betrappen

betrapt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betrappen
    • Jij betrapt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betrappen
    • Hij betrapt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van betrappen
    • Betrapt! 
vervoeging van: betrappen…
verbogen vorm: betrapte

betrapt

  1. voltooid deelwoord van betrappen
     Ze voelde zich betrapt.[1]

Verwijzingen