betoomt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·toomt

Werkwoord

vervoeging van
betomen

betoomt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betomen
    • Jij betoomt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betomen
    • Hij betoomt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van betomen
    • Betoomt! 

Gangbaarheid