betonvloer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

betonvloer
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ton·vloer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord betonvloer betonvloeren
verkleinwoord betonvloertje betonvloertjes

Zelfstandig naamwoord

betonvloer m [1]

  1. een vloer gemaakt van beton
     En op dat moment ontdekt hij de bladmuziek die op de betonvloer naast de vleugel ligt.[2]
     Bubbledeck produceert bollenplaatvloeren. Dit is een vloersysteem, dat bestaat uit een gewapende betonvloer opgevuld met kunststof bollen. Door die bollen is minder beton nodig en wordt de vloer minder zwaar.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 februari 2022 Weblink bron “Megaclaim vloerproducent ingestorte parkeergarage Eindhoven Airport afgewezen” (28-07-2021), NOS