betekent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·te·kent

Werkwoord

vervoeging van
betekenen

betekent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betekenen
    • Jij betekent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van betekenen
    • Hij betekent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van betekenen
    • Betekent!