betalingsfraude
Nederlands
Woordafbreking
- be·ta·lings·frau·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van betaling en fraude met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | betalingsfraude | betalingsfraudes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de betalingsfraude v
- (financieel), (juridisch) fraude bij het verrichten van een betaling
- ▸ Meer en meer Belgische bedrijven en organisaties worden slachtoffer van betalingsfraude. Oplichters gaan hierbij steeds vernuftiger te werk.[1]
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord 'betalingsfraude' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “Betalingsfraude”, Vlaamse overheid