Naar inhoud springen

betalen

Uit WikiWoordenboek
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
betalen betalend
betaling betaald
- betaalbaar
  • be·ta·len
  • In de betekenis van ‘schulden voldoen’ voor het eerst aangetroffen in 1270 [1]
  • afgeleid van talen met het voorvoegsel be- [2]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: betalen (be- + talen)
  • Verwant in Germaans:
West: Duits: (be)zahlen, Fries: betelje
Noord: Zweeds: betala, Deens/Noors: betale,
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
betalen
betaalde
betaald
zwak -d volledig

betalen

  1. ditransitief geld (of andere zaken) geven aan iemand om de kosten te voldoen
    • Wij hebben het uiteindelijk toch betaald gekregen. 
    • Wij moesten voor alle diensten afzonderlijk betalen. 
     De mensen zijn er enorm enthousiast over, wat niet meer dan logisch is. Je betaalt een bepaald bedrag en daarmee is de kous dus af.[3]
  • De tol aan de natuur betalen
dood gaan
  • Het gelag betalen
alle kosten moeten betalen terwijl ook anderen er schuld aan hebben
  • Met gesloten beurs betalen
door middel van een wederzijdse schuld het bedrag verrekenen
  • Sijmen betaalt
diegene die het minste verdient draagt de kosten
  • Iemand iets betaald zetten
Wraak op iemand nemen
  • Iemand met gelijke munt terugbetalen
Wraak op iemand nemen
  • Een hoge prijs betalen
Ergens slecht vanaf komen
• Klimmen heeft af en toe ook een prijs. Wie moet die prijs betalen? De mensen die achterblijven? [4] 
  • Leergeld betalen
Door schade en schande wijzer worden
  • ‘Als bisschop van Brugge betaalde ik leergeld in de omgang met seksueel misbruik. Toen ik begon, bestond de commissie-Adriaenssens niet meer en de parlementaire commissie was nog niet gestart, maar ik moest wel handelen. Ik onderschatte de kwetsuren die misbruik veroorzaakt.’ Dat zegt aartsbisschop Jozef De Kesel in een interview met Kerk & Leven. [5]
  • Dan is het een teken van intellectuele armoede dat economen overal in de westerse wereld een verhoging van de pensioenleeftijd aanraden, waar die tot voor kort, als uitkomst van de crisis in de jaren tachtig, nog naar beneden ging. Hebben zij geen leergeld betaald? In fabrieksarbeid komen er helemaal geen banen bij, dus waar moeten al die afgeschreven 60-plussers naartoe? Het is totaal onrealistisch dat zij straks op de arbeidsmarkt ineens weer kunnen concurreren. [6]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[7]


betalen

  1. betalen; geld (of andere zaken) geven aan iemand om de kosten te voldoen


betalen

  1. betalen; geld (of andere zaken) geven aan iemand om de kosten te voldoen