betaalde terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·taal·de te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugbetalen

betaalde terug

  1. enkelvoud verleden tijd van terugbetalen
    • Ik betaalde terug. 
    • Jij betaalde terug. 
    • Hij, zij, het betaalde terug. 


Gangbaarheid