betaalbaarheid
Uiterlijk
- be·taal·baar·heid
- afgeleid van betaalbaar met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | betaalbaarheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de betaalbaarheid v
- (economie) het betaalbaar zijn
- ▸ Waar het in het advies aan ontbreekt, is een inhoudelijke beschouwing ten aanzien van ouderen, hun zorgvraag alsmede de zorgverlening. ‘Betaalbaarheid’ en ‘organiseerbaarheid’ zijn de uitgangspunten.[1]
- Het woord betaalbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Noud Engelen“Kwetsbare ouderen hebben beschermde woonomgeving nodig” (14 februari 2020), Trouw