bestuurskundige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·stuurs·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bestuurskundig met het achtervoegsel -e
Bijvoeglijk naamwoord
bestuurskundige
- verbogen vorm van de stellende trap van bestuurskundig
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bestuurskundige | bestuurskundigen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) iemand met een opleiding in en werkzaam in bestuurskunde
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bestuurskundige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.