bestudeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stu·deert

Werkwoord

vervoeging van
bestuderen

bestudeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestuderen
    • Jij bestudeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestuderen
    • Hij bestudeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bestuderen
    • Bestudeert!