bestseller

Uit WikiWoordenboek
bestseller

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • best·sel·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘succesboek’ voor het eerst aangetroffen in 1931 [1]
  • komt van het Engelse woord bestseller (en)
enkelvoud meervoud
naamwoord bestseller bestsellers
verkleinwoord bestsellertje bestsellertjes

Zelfstandig naamwoord

de bestsellerm

  1. (handel) een aanduiding voor een werk dat op korte termijn uitzonderlijk goed verkoopt
    • Dat boek is een echte bestseller. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Zelfstandig naamwoord

bestseller

  1. verouderde spelling of vorm van bestselger tot 2005
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, mannelijk