bestellten ab

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: /bəˈʃtɛltn̩ʔap/, (duidelijk uitgesproken) /bəˈʃtɛltənʔap/
Woordafbreking
  • be·stell·ten ab

Werkwoord

bestellten ab

  1. (hoofdzin) eerste persoon meervoud aantonende wijs verleden tijd van abbestellen
  2. (hoofdzin) derde persoon meervoud aantonende wijs verleden tijd van abbestellen
  3. (hoofdzin) eerste persoon meervoud aanvoegende wijs II verleden tijd van abbestellen
  4. (hoofdzin) derde persoon meervoud aanvoegende wijs II verleden tijd van abbestellen