bestelbus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stel·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestelbus bestelbussen
verkleinwoord bestelbusje bestelbusjes

Zelfstandig naamwoord

de bestelbusm

  1. een auto die structureel ingericht is voor het vervoer van goederen
     Ik ben eigenlijk loodgieter en heb al mijn gereedschap en mijn bestelbus verkocht, waarvan ik deze twee paarden heb gekocht voor 2500 dollar per stuk.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be