Naar inhoud springen

besteding

Uit WikiWoordenboek
  • be·ste·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord besteding bestedingen
verkleinwoord bestedinkje bestedinkjes

debestedingv

  1. (economie) het uitgeven van geld of andere middelen
    • Zijn wekelijkse besteding aan koffie bedraagt 30 euro. 
  2. het gebruik of aanwenden.
    • Zijn besteding van de uren die hij nog had waren zeer effectief. 
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be