bessrem

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • bess·rem

Bijvoeglijk naamwoord

bessrem

  1. datief mannelijk enkelvoud stellende trap van aarem

bessrem

  1. datief vrouwelijk enkelvoud stellende trap van aarem

Bijvoeglijk naamwoord

bessrem

  1. datief mannelijk enkelvoud vergrotende trap van aarem

bessrem

  1. datief vrouwelijk enkelvoud vergrotende trap van aarem