bespreekbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·spreek·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bespreken met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bespreekbaar | bespreekbaarder | bespreekbaarst |
verbogen | bespreekbare | bespreekbaardere | bespreekbaarste |
partitief | bespreekbaars | bespreekbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bespreekbaar
- daar waar over gesproken kan worden, daar waar over onderhandeld kan worden
- Alle bespreekbare onderwerpen kwamen tijdens de onderhandelingen ter sprake.
- Verhuizen voor het werk is niet bespreekbaar.
- ▸ Het is lastig voor hardwerkende tweeverdieners, maar een korte periode alleen is vaak wel mogelijk met langetermijnplanning, creatief besparen en ouderwets verlof. Het is belangrijk om dit soort dingen bespreekbaar te maken, anders blijven de wijze woorden van Kahlil Gibran beperkt tot holle speeches tijdens de huwelijksvoltrekking.[1]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bespreekbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bespreekbaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be