besprak na

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·sprak na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nabespreken

besprak na

  1. enkelvoud verleden tijd van nabespreken
    • Ik besprak na. 
    • Jij besprak na. 
    • Hij, zij, het besprak na. 


Gangbaarheid