besodemieterden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·so·de·mie·ter·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
besodemieteren |
besodemieterden
- meervoud verleden tijd van besodemieteren
- Wij besodemieterden.
- Jullie besodemieterden.
- Zij besodemieterden.
- Wij besodemieterden.