besodemieterden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·so·de·mie·ter·den

Werkwoord

vervoeging van
besodemieteren

besodemieterden

  1. meervoud verleden tijd van besodemieteren
    • Wij besodemieterden. 
    • Jullie besodemieterden. 
    • Zij besodemieterden.