besmettingsgraad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·smet·tings·graad
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van besmetting en graad met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | besmettingsgraad | besmettingsgraden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de besmettingsgraad m
- (medisch) de mate waarin mensen in een populatie besmet raken