besegle nogens skæbne

Uit WikiWoordenboek

Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·seg·le no·gens skæb·ne
Woordherkomst en -opbouw

Frase

besegle nogens skæbne

  1. iemands lot bezegelen
    «Danmarks skæbne var beseglet med nederlaget i 1864 til Preussen og Østrig.»
    Het lot van Denemarken was bezegeld met de nederlaag in 1864 tegen Pruisen en Oostenrijk.

Verwijzingen