beseft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·seft
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van beseffen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
beseffen

beseft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beseffen
    • Jij beseft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beseffen
    • Hij beseft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beseffen
    • Beseft! 
vervoeging van: beseffen…
verbogen vorm: besefte

beseft

  1. voltooid deelwoord van beseffen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be