beschutter
Uiterlijk
- Geluid: beschutter (hulp, bestand)
- be·schut·ter
(als zelfstandig naamwoord)
- Naamwoord van handeling van beschutten met het achtervoegsel -er
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | beschutter | beschutters |
| verkleinwoord | beschuttertje | beschuttertjes |
- iemand die iets beschut
beschutter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van beschut
- Het woord beschutter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.