beschuldiging

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·schul·di·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beschuldiging beschuldigingen
verkleinwoord beschuldigingetje beschuldigingetjes

Zelfstandig naamwoord

de beschuldigingv

  1. het aangeven dat iemand iets moreel of gerechtelijk verkeerds heeft gedaan
    • Een beschuldiging van het plegen van een misdrijf. 
     Ditmaal volgde er geen beschuldiging of reprimande op haar verweer.[1]
     Ook kwamen ze er langzamerhand achter dat de geuite beschuldigingen op een kern van waarheid berusten.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. 1,0 1,1 All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be