beschrijven/vervoeging
Uiterlijk
| vervoeging van de bedrijvende vorm van beschrijven | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
| onvoltooid | tegenwoordig | beschrijven | te beschrijven | ||||||||
| toekomend | zullen beschrijven | te zullen beschrijven | |||||||||
| voltooid | tegenwoordig | hebben beschreven | te hebben beschreven | ||||||||
| toekomend | beschreven zullen hebben | beschreven te zullen hebben | |||||||||
| onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
| beschrijvend | beschreven | ev. beschrijf | mv. verouderd beschrijft | beschrijve | |||||||
| aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
| onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
| ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
| tegenwoordig (o.t.t.) | beschrijf | beschrijft | beschrijft | beschrijft | beschrijft | beschrijven | beschrijven | beschrijven | |||
| verleden (o.v.t.) | beschreef | beschreef | beschreef | beschreeft | beschreef | beschreven | beschreven | beschreven | |||
| toekomend (o.t.t.t.) | zal beschrijven | zult/zal beschrijven | zult/zal beschrijven | zult beschrijven | zal beschrijven | zullen beschrijven | zullen beschrijven | zullen beschrijven | |||
| voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beschrijven | zou beschrijven | zou(dt) beschrijven | zoudt beschrijven | zou beschrijven | zouden beschrijven | zouden beschrijven | zouden beschrijven | |||
| voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
| ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
| tegenwoordig (v.t.t.) | heb beschreven | hebt beschreven | hebt/heeft beschreven | hebt beschreven | heeft beschreven | hebben beschreven | hebben beschreven | hebben beschreven | |||
| verleden (v.v.t.) | had beschreven | had beschreven | had beschreven | hadt beschreven | had beschreven | hadden beschreven | hadden beschreven | hadden beschreven | |||
| toekomend (v.t.t.t.) | zal beschreven hebben | zal/zult beschreven hebben | zult/zal beschreven hebben | zult beschreven hebben | zal beschreven hebben | zullen beschreven hebben | zullen beschreven hebben | zullen beschreven hebben | |||
| voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beschreven hebben | zou beschreven hebben | zou/zoudt beschreven hebben | zoudt beschreven hebben | zou beschreven hebben | zouden beschreven hebben | zouden beschreven hebben | zouden beschreven hebben | |||
| onpersoonlijke lijdende vorm beschreven worden | |||||||||||
| onvoltooid | voltooid | ||||||||||
| tegenwoordig | er wordt beschreven | er is beschreven | |||||||||
| verleden | er werd beschreven | er was beschreven | |||||||||
| toekomend | er zal beschreven worden | er zal beschreven zijn | |||||||||
| voorwaardelijk | er zou beschreven worden | er zou beschreven zijn | |||||||||
| lijdende vorm beschreven worden | |||||||||||
| onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
| onvoltooid | tegenwoordig | beschreven worden | beschreven te worden | ||||||||
| toekomend | beschreven zullen worden | beschreven te zullen worden | |||||||||
| voltooid | tegenwoordig | beschreven zijn | beschreven te zijn | ||||||||
| toekomend | beschreven zullen zijn | beschreven te zullen zijn | |||||||||
| enkelvoud | meervoud | ||||||||||
| onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
| ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
| tegenwoordig (o.t.t.) | word beschreven | wordt beschreven | wordt beschreven | wordt beschreven | wordt beschreven | worden beschreven | worden beschreven | worden beschreven | |||
| verleden (o.v.t.) | werd beschreven | werd beschreven | werd beschreven | werdt beschreven | werd beschreven | werden beschreven | werden beschreven | werden beschreven | |||
| toekomend (o.t.t.t.) | zal beschreven worden | zult beschreven worden | zult beschreven worden | zult beschreven worden | zal beschreven worden | zullen beschreven worden | zullen beschreven worden | zullen beschreven worden | |||
| voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou beschreven worden | zou beschreven worden | zou/zoudt beschreven worden | zoudt beschreven worden | zou beschreven worden | zouden beschreven worden | zouden beschreven worden | zouden beschreven worden | |||
| voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
| ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
| tegenwoordig (v.t.t.) | ben beschreven | bent beschreven | bent/is beschreven | zijt beschreven | is beschreven | zijn beschreven | zijn beschreven | zijn beschreven | |||
| verleden (v.v.t.) | was beschreven | was beschreven | was beschreven | waart beschreven | was beschreven | waren beschreven | waren beschreven | waren beschreven | |||
| toekomend (v.t.t.t.) | zal beschreven zijn | zult beschreven zijn | zult beschreven zijn | zult beschreven zijn | zal beschreven zijn | zullen beschreven zijn | zullen beschreven zijn | zullen beschreven zijn | |||
| voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou beschreven zijn | zou beschreven zijn | zou/zoudt beschreven zijn | zoudt beschreven zijn | zou beschreven zijn | zouden beschreven zijn | zouden beschreven zijn | zouden beschreven zijn | |||