beschouwt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·schouwt

Werkwoord

vervoeging van
beschouwen

beschouwt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschouwen
    • Jij beschouwt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschouwen
    • Hij beschouwt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschouwen
    • Beschouwt!