beschermparen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beschermparen (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈsxɛrəmˌparə(n) / (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·scherm·pa·ren
Woordherkomst en -opbouw
- beschermpaar met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de beschermparen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord beschermpaar
Gangbaarheid
- Het woord 'beschermparen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.